BTW-ondernemer bij aanschaf zonnepanelen?

Samenvatting

Het Europese Hof van Justitie heeft op donderdag 20 juni 2013 mogelijk voor een stimulans gezorgd in de aanschaf van zonnepanelen. Het Europese Hof oordeelde namelijk dat een particulier die zonnepanelen op het dak van zijn woning heeft geïnstalleerd en de opgewekte elektriciteit volledig levert aan het elektriciteitsnet, als btw-ondernemer is aan te merken. Alhoewel nog niet volledig duidelijk is wat de daadwerkelijke impact van deze uitspraak van het Europese Hof gaat zijn, is wel zeker dat ook Nederlandse consumenten van deze uitspraak gebruik kunnen maken.

Volledig artikel

Terwijl de Europese Commissie eerder deze maand nog voorlopige antidumpingheffingen afkondigde op de import van goedkope Chinese zonnepanelen, heeft het Europese Hof van Justitie donderdag 20 juni 2013 mogelijk juist voor een stimulans gezorgd in de aanschaf van zonnepanelen. Het Europese Hof oordeelde namelijk dat een Oostenrijkse particulier die zonnepanelen op het dak van zijn woning heeft geïnstalleerd en de opgewekte elektriciteit volledig levert aan het elektriciteitsnet, als btw-ondernemer is aan te merken en de btw die hij heeft betaald op de aanschaf van de zonnepanelen volledig in aftrek kan brengen. Dat hij vervolgens meer stroom van het elektriciteitsnet afneemt dan wat hij zelf heeft opgewekt, is daarbij volgens het Europese Hof niet relevant.

Alhoewel nog niet volledig duidelijk is wat de daadwerkelijke impact van deze uitspraak van het Europese Hof gaat zijn, is wel zeker dat ook Nederlandse consumenten van deze uitspraak gebruik kunnen maken. Arresten van het Europese Hof van Justitie over btw-aangelegenheden zijn namelijk rechtstreeks van invloed op de uitleg die aan de Nederlandse wetgeving moet worden gegeven.

Het is de vraag of de Belastingdienst is voorbereid op een massale toestroom van particulieren die zich voor de btw als ondernemer willen registreren om zo de betaalde btw op de aanschaf (en onderhoudskosten) van hun zonnepanelen terug te claimen. Deze consumenten moeten zich overigens wel realiseren dat een registratie als btw-ondernemer de nodige administratieve verplichtingen met zich brengt, zoals het uitreiken van facturen en het indienen van btw-aangiften op periodieke basis. Mogelijk zouden de energiemaatschappijen hier voor verlichting kunnen zorgen door de facturering uit handen te nemen van de consument (via zogenaamde ‘self-billing’). Daarnaast zouden consumenten na verloop van tijd gebruik kunnen maken van de kleine-ondernemersregeling en om ontheffing van hun administratieve verplichtingen kunnen vragen.

Overigens is het nog de vraag of Nederlandse consumenten het volledige bedrag aan btw op de aanschaf (en onderhoudskosten) van hun zonnepanelen kunnen terugvragen. In de Oostenrijkse zaak waar het Europese Hof donderdag vonnis in heeft gewezen was het uitgangspunt dat alle elektriciteit die met de zonnepanelen werd opgewekt eerst het elektriciteitsnetwerk werd ingebracht, waarna alle stroom die door de particulier werd verbruikt van het openbare netwerk werd betrokken. Daarmee stond vast dat de zonnepanelen door de Oostenrijkse particulier volledig zakelijk werden aangewend. Indien een gedeelte van de met de zonnepanelen opgewekte elektriciteit echter direct door de consument wordt gebruikt voor consumptiedoeleinden en niet eerst het elektriciteitsnetwerk wordt ingebracht, kan worden gesteld dat de zonnepanelen zowel zakelijk als voor privédoeleinden worden gebruikt. In dat geval is slechts een gedeelte van de betaalde btw op de aanschaf (en onderhoudskosten) van de zonnepanelen aftrekbaar. Afhankelijk van het soort meter dat door de consument wordt gebruikt, zal het privégebruik en daarmee de mate waarin geen aftrek van btw kan worden geclaimd eenvoudig of minder eenvoudig kunnen worden vastgesteld.

Het ziet er naar uit dat de discussie over de aanschaf van zonnepanelen de komende tijd nog wel even in de spotlights zal blijven staan.

 

Bron: Hof van Justitie van de Europese Unie, 20 juni 2013, C-219/12

Weekers weigert goede ZZP VAR plannen om te zetten in daden

Zelfstandigen Bouw en de Stichting ZZP Nederland betreuren het dat staatssecretaris Weekers vasthoudt aan de ontwikkeling van een VAR-webmodule en het voorstel van ZZP-organisaties voor een Bewijs van Ondernemerschap naast zich neerlegt. De argumenten die Weekers daarvoor aanvoert in een brief aan de Tweede Kamer, snijden volgens de ZZP-organisaties geen hout. Zelfstandigen Bouw en Stichting ZZP Nederland blijven bereid tot constructief overleg om te zien of de plannen gecombineerd kunnen worden.

Via de webmodule, die met een jaar vertraging pas in in 2015 kan worden toegepast, moeten ZZP’ers voor iedere opdracht en opdrachtgever een verklaring m.b.t. hun zelfstandigheid invullen. Ook de opdrachtgever wordt medeverantwoordelijk voor de juistheid van de verklaring. Dat zal volgens Stichting ZZP Nederland en Zelfstandigen Bouw zorgen voor een forse administratieve lastenverhoging en nog meer onduidelijkheid. Opdrachtgevers zullen daardoor sneller kiezen voor kostbare bemiddelaars.

Stichting ZZP Nederland en Zelfstandigen Bouw hebben, samen met PZO en FNV/ZZP, een eenvoudiger oplossing aangeboden die ook nog eens effectiever werkt: het Bewijs van Ondernemerschap (BVO). Op verzoek toetst de Kamer van Koophandel in een persoonlijk gesprek of  een ZZP’er in aanmerking komt voor een BVO. Met deze selectie aan de poort worden schijnconstructies fors teruggedrongen en is er sprake van bewust ondernemerschap. Met een BVO zijn zowel opdrachtgever als opdrachtnemer gevrijwaard, in tegenstelling tot de huidige VAR waarbij er absoluut geen vrijwaring is voor de zelfstandige.

Weekers onderschrijft het belang van goede voorlichting aan startende ZZP’ers over de gevolgen en risico’s van het ondernemerschap, maar vult dit op geen enkele wijze in. Ook ondersteunt Weekers de gedachte achter een persoonlijk gesprek in relatie tot de preventieve toets, maar ook hier wordt wederom geen invulling aan gegeven door de staatssecretaris.

Weekers schrijft in de brief aan de Kamerleden dat het plan van de ZZP-organisaties voorziet in een ongeclausuleerde vrijwaring zonder dat bij fraude gehandhaafd kan worden. Dat is pertinent onjuist. Fraude en misbruik dienen juist stevig te worden bestreden.

Volgens de Staatssecretaris bestaat overeenstemming dat in de toekomst gestructureerd overleg zal plaatsvinden tussen de ZZP-organisaties om kennis en expertise uit te wisselen. Stichting ZZP Nederland en Zelfstandigen Bouw werken hier graag aan mee maar vragen zich tegelijkertijd af of dat wel zinvol is als de staatssecretaris volstaat met het onderschrijven van de goede plannen van de ZZP-organisaties zonder ze om te zetten in concreet beleid.

De gezamenlijke conclusie van Zelfstandigen Bouw en Stichting ZZP Nederland is dat het ministerie op verzoek van de Kamer alternatieven heeft aangehoord maar dit ongemotiveerd ter zijde heeft geschoven en zich houdt bij het oorspronkelijke plan  dat voorlopig nog niet uitvoerbaar is.

Desondanks staan beide ZZP-organisaties open voor een constructief overleg om te bezien of plannen gecombineerd kunnen worden zodat er een goed functionerend systeem ontstaat dat ondernemend Nederland ten goede zal komen.

 

Bron: ZZP nederland

Korten zelfstandigenaftrek 'onacceptabel'

Het kabinet hoeft voor extra bezuinigingen niet aan te kloppen bij het midden- en kleinbedrijf in de vorm van korting op de zelfstandigenaftrek. Dat zegt voorzitter Hans Biesheuvel van MKB-Nederland vandaag in een interview met de Telegraaf. “De overheid moet in zijn eigen vlees snijden. Bij ons hoeft men niet te zijn.” Minister Dijsselbloem van Financiën verklaarde gisteren dat hij mogelijk € 6 miljard extra nodig heeft voor zijn begroting.

Volgens Biesheuvel is er in het mkb überhaupt niet veel “te halen.” De tegenvallende opbrengsten van btw en vennootschapsbelasting die vorige week werden gepresenteerd, maken pijnlijk duidelijk hoe de financiële situatie bij veel bedrijven is.
De mkb-voorzitter maakt zich zorgen over. “Van de banken heb ik gehoord dat een kwart van de mkb-bedrijven inmiddels is ondergebracht bij de afdeling ’speciale kredieten’ (waar debiteuren met dreigende betalingsproblemen terechtkomen-red.) en dat van hen 80 tot 90% daar waarschijnlijk nooit meer uitkomt. Dat betekent dat één op de vijf bedrijven op omvallen staat”, zegt hij in de Telegraaf.
Biesheuvel vindt het “onacceptabel” dat het mkb volgens het regeerakkoord volgend jaar een lastenverzwaring van €500 miljoen in de zelfstandigenaftrek boven het hoofd hangt, “terwijl er miljarden zoek zijn in de zorg en er €12 miljard wordt uitgegeven aan toeslagen waar nauwelijks controle over is”. “Ga eerst daar maar iets aan doen voordat je het weer bij het mkb gaat halen. Dit komt bovenop eerdere lastenverzwaringen zoals de btw-verhoging, die ook al door het bedrijfsleven is opgebracht.
Vasthouden aan een begrotingstekort van maximaal 3% op korte termijn staat volgens de MKB-voorman ook haaks op de situatie in het mkb, al zegt hij zich in het interview te realiseren dat Brussel weinig ruimte laat. “Die doelstelling moet blijven staan en je moet verder naar begrotingsevenwicht. Maar je moet nu wel kijken naar de timing.”
Lees het gehele interview in de Telegraaf

Hoge Raad: Tijdsevenredige toerekening voor privégebruik zakelijk geëtiketteerde woon/bedrijfspand

Samenvatting

Voor de correctie van het privégebruik van tot het ondernemingsvermogen behorende goederen moet worden uitgegaan van de werkelijke duur van het privégebruik in het jaar. De Hoge Raad heeft onlangs in deze zin beslist. In de onderhavige procedure had een ondernemer slechts vijf maanden van het jaar de beschikking gehad over het privédeel van het woon/bedrijfspand. De btw-correctie voor het privégebruik moet dan worden berekend naar dat tijdsevenredige gebruik.

Volledig artikel

Voor de correctie van het privégebruik van tot het ondernemingsvermogen behorende goederen moet worden uitgegaan van de werkelijke duur van het privégebruik in het jaar. De Hoge Raad heeft onlangs in deze zin beslist.
In de onderhavige procedure had een ondernemer in 2008 een bouwkavel gekocht waarop hij in 2008 en 2009 een woning had laten bouwen. De totale kosten voor de aankoop en de bouw bedroeg € 352.563, ex btw. De ondernemer rekende de woning, die zowel zakelijk (17,5%) als privé (82,5%) gebruikt ging worden tot zijn ondernemingsvermogen. De ondernemer bracht de btw op de aankoop van de bouwkavel en de bouw van de woning volledig in aftrek. De woning werd in augustus 2009 in gebruik genomen. De ondernemer had in de laatste aangifte van 2009 de door hem verschuldigde btw voor van het privégebruik berekend naar een tijdsevenredig gebruik in dat jaar (ongeveer 5 maanden).

De inspecteur berekende de verschuldigde btw voor het privégebruik volgens de door de wet voorgeschreven methode voor een vol jaar op € 5.525 (zijnde 1/10 x 82,5% x € 352.563 x 19%).

De Hoge Raad wijst er op dat de grondslag voor de berekening van het privégebruik van een onroerende zaak voor het kalenderjaar, op grond van hiervoor toepasselijke btw-regels wordt berekend op een tiende gedeelte van de gemaakte uitgaven. Nu het pand gedurende slechts vijf maanden mede voor privégebruik ter beschikking staat, moeten de aan dat jaar toe te rekenen “gemaakte uitgaven” naar tijdsgelang berekend worden, zijnde 10% x 82,5% x € 352.563) x 5/12. De Hoge Raad komt tot dit oordeel op grond van enkele bepalingen uit de wet en de btw-richtlijn en een arrest van Hof van Justitie EU. Volgens de Hoge Raad maakt de Nederlandse btw-regeling voor privégebruik in beginsel geen inbreuk op de richtlijnbepaling, maar moet wel rekening worden gehouden met de werkelijke duur van het privégebruik. De toelichting op de wijziging van deze regeling lijkt er op te duiden dat aan elk kalenderjaar 10% van de gemaakte uitgaven moet worden toegerekend, ongeacht de duur van dat gebruik in dat kalenderjaar. Deze uitleg van de tekst van deze regeling strijdt zozeer met de bepalingen van btw-richtlijn dat zij moet worden verworpen. De Hoge Raad is van oordeel dat de Nederlandse btw-regeling richtlijnconform moet worden uitgelegd, zodat een tijdsevenredige toerekening op zijn plaats is. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie van de ondernemer gegrond en verminderde de naheffingsaanslag.

Bron: Hoge Raad, 17-5-2013, nr. 11/02666

 

Heeft u vragen over de impact van deze beslissing in uw situatie, neem dan contact op met Administratiekantoor ZZP.

 

Controle fiscus op openstaande btw-schulden

Binnenkort gaat de Belastingdienst ondernemers controleren op openstaande btw-schulden over voorgaande jaren. Dit controleert de fiscus door de btw-aangiften en de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting met elkaar te vergelijken.

Btw-schulden komen regelmatig aan het licht bij het opstellen van de jaarrekening. De meeste ondernemers sturen binnen drie maanden na afloop van het jaar een aanvulling op hun btw-aangifte en betalen alsnog de openstaande schuld.

Btw-schulden over voorgaande jaren aangeven kan via de beveiligde site van de Belastingdienst of met het formulier Suppletie omzetbelasting.

Geen kostenaftrek werkruimte eigen woning bij vervanging

Als werknemers tijdens de vakantie van de werkgever gebruik maken van de werkruimte in de eigen woning van de werkgever, blijft de aftrekbeperking voor de kosten van de onzelfstandige werkruimte van toepassing.

Er is pas sprake van werkruimte die zich in de eigen woning bevindt als deze naar verkeersopvatting zelfstandig is. In een zaak bij Gerechtshof Amsterdam oordeelde de rechter dat dit niet het geval was. De fysiotherapeute in kwestie stelde zich vervolgens op het standpunt dat de werkruimte niet ‘ten behoeve van de belastingplichtige zelf’ was. De aftrekbeperking komt immers alleen aan de orde als de werkruimte voor de belastingplichtige zelf is. Maar ook daarin ging het hof niet mee. Het feit dat de werknemers van de fysiotherapeute haar tijdens haar vakantie vervingen en dan de werkruimte gebruikten, was niet voldoende. Het ging om circa 10% van het totaal aantal werkdagen. En zo’n beperkt gebruik tijdens vervanging zorgde er niet voor dat niet langer gesproken kon worden van een werkruimte ‘ten behoeve van de belastingplichtige zelf’. De kosten voor de werkruimte konden dus niet in aftrek komen op de winst uit onderneming.

Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam, 24 januari 2013 (gepubliceerd op 5 februari 2013), LJN: BZ0505

ZZP-ers vaak niet op de hoogte van middelingsregeling inkomstenbelasting

ZZP-ers zijn vaak niet op de hoogte van de middelingsregeling van de Belastingdienst. Deze regeling is bedoeld voor zzp’ers met een sterk wisselend inkomen.   

Gebruikmaken van de regeling kan zelfstandigen jaarlijks honderden tot duizenden euro’s opleveren, zo meldt de Vereniging Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO).

ZZP’ers betalen vanwege wisselende inkomsten vaak onterecht meer belasting dan mensen met een gelijkmatig verdeeld inkomen.

Jaarlijks kunnen 98.000 zelfstandig ondernemers gebruikmaken van de middelingsregeling, terwijl de Belastingdienst slechts 12.000 aanvragen ontvangt.

Volgens de belangenvereniging kennen veel ondernemers de regeling simpelweg niet of willen zo min mogelijk met de Belastingdienst te maken hebben.

Zelfstandigen die over drie jaren fluctuerende inkomens hebben gehad, hebben recht op de middelingsregeling.

 

Heeft u vragen over deze regeling in uw specifieke situatie, neem dan contact op met Administratiekantoor ZZP.

 

Groot deel ZZP-ers loopt belastingvoordelen mis

Tweederde van de ZZP’ers in Nederland die gebruikmaken van de diensten van een  boekhouder geeft zichzelf een voldoende voor hun kennis over belastingvoordelen. Van de ZZP’ers zonder boekhouder  is 66,1% positief over kennis van de belastingregels. Dat betekent dat een derde van de ZZP’ers die hun zaak runnen zonder hulp van een boekhouder waarschijnlijk belastingvoordelen mislopen. Boekhouders ervaren bovendien dat veel  ZZP’ers hun kennis over belastingvoordelen en aftrekposten overschatten. Het aantal ZZP’ers dat mogelijk belastingvoordelen misloopt ligt dus vele malen hoger. Dit is een deel van de uitkomsten van  een onderzoek dat Offerti.nl  in december heeft gehouden onder de ruim 30.000 aangesloten professionals.

Overschatting Boekhouders geven aan dat meer dan de helft (53,1%) van de ZZP’ers het verschil niet kent  tussen een zakelijke en een particuliere aangifte. Van de geënquêteerde  ZZP’ers zegt echter ruim 73,2%  dit verschil wel degelijk te kennen. Volgens de boekhouders overschatten veel  ZZP’ers hun kennis.

Startersaftrek Als  voorbeeld noemen de boekhouders de kennis over het gebruik van de Startersaftrek. 54,7% van de ZZP’ers denkt te weten wanneer ze gebruik moeten maken van de Startersaftrek, boekhouders ervaren dat slechts 8,4% van de ZZP’ers  ervan op de hoogte is dat het verstandig is om deze aftrek  alleen te gebruiken als de onderneming winst maakt.

Boekhouder nodig?! Terwijl  ZZP’ers denken hun belastingzaken goed op orde te hebben, denken de boekhouders daar heel anders over. Hun ervaring is  dat veel ZZP’ers onvolledig of verkeerd geïnformeerd zijn.  Een van de  redenen voor de kennisachterstand  is dat veel  ZZP’ers hun kennis van ‘horen zeggen’ hebben. Deze zelfstandigen zouden er goed aan doen om hun belastingzaken over te laten aan de professionals. De bovengenoemde voorbeelden  zijn nog maar het topje van de ijsberg  van hardnekkige algemene misvattingen, aldus de boekhouders.

Een greep uit mogelijke voordelen/faciliteiten welke wellicht misgelopen worden:

  • Zelfstandigenaftrek
  • Startersaftrek
  • Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid
  • Meewerkaftrek
  • Aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk
  • Meewerkaftrek
  • Stakingsaftrek
  • Investeringsaftrek
  • Willekeurige afschrijving
  • MKB-vrijstelling
  • Fiscale Oudedagsreserve (FOR)
  • Kleine ondernemersregeling

Heeft u twijfels over het volledig benutten van belastingvoordelen in uw situatie, neem dan contact op met Administratiekantoor ZZP.

 

 

 

Automatische verlenging VAR (verklaring arbeidsrelatie) vervalt

Met ingang van 2013 vervalt in de Wet inkomstenbelasting 2001 de mogelijkheid tot automatische verlenging van de verklaring arbeidsrelatie (VAR). Dit betekent feitelijk dat voor het kalenderjaar 2014 geen automatische verlenging van de eerder afgegeven verklaring arbeidsrelatie (VAR) meer zal plaatsvinden.

Voor de automatische verlenging van de VAR voor het kalenderjaar 2013 heeft de voorgestelde wijziging geen gevolgen.

Dezelfde VAR

Automatische verlenging van de VAR vindt nu plaats indien door de Belastingdienst aan een belastingplichtige voor drie achtereenvolgende jaren dezelfde VAR is afgegeven voor hetzelfde soort werkzaamheden, bijvoorbeeld drie jaar lang een VAR-winst uit onderneming of een VAR directeur-grootaandeelhouder. De werkzaamheden moeten ook onder overeenkomstige omstandigheden zijn verricht. In dat geval wordt de VAR vanaf het vierde opvolgende kalenderjaar automatisch verlengd.

Webmodule

Zonder aanpassing van de wet zou in het najaar van 2013 recht bestaan op verlenging van de VAR voor 2014. De afgifte van de VAR wordt door de Belastingdienst in de loop van 2013 echter vervangen door een webmodule waarmee direct een oordeel kan worden verkregen van de Belastingdienst over de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Deze webmodule maakt integraal onderdeel uit van het Ondernemersplein van de Kamer van Koophandel. Inhoudelijke beoordeling van de arbeidsrelatie, die op dit moment nog achteraf door de Belastingdienst plaatsvindt, bijvoorbeeld bij een looncontrole, kan dan vooraf worden gedaan. Opdrachtgevers worden aansprakelijk voor de in de webmodule aangegeven feiten en omstandigheden, voor zover de opdrachtgever hier beslissende invloed op heeft. Het gaat dan om de afspraken die tussen opdrachtgever en opdrachtnemer zijn gemaakt en die van invloed zijn op de kwalificatie van de arbeidsrelatie, zoals de arbeidsvoorwaarden. Alleen als de werkzaamheden overeenkomstig deze feiten en omstandigheden worden verricht, bestaat geen risico op een naheffing loonheffingen voor de opdrachtgever.

Heeft u hier vragen over, neem dan contact op met Administratiekantoor ZZP.

Forfaitaire methode voor correctie privégebruik van auto’s van de zaak door ondernemers niet in lijn met Europese btw-systeem.

De – inmiddels aangepaste – forfaitaire berekeningsmethode voor het bepalen van de correctie voor het privégebruik van auto’s van de zaak door ondernemers is niet in lijn met het Europese systeem, aangezien het niet op proportionele wijze rekening houdt met de daadwerkelijke omvang van het privégebruik. De Hoge Raad kwam onlangs in navolging van het EU Hof van Justitie tot dit oordeel.

De procedure betrof een belastingadviseur van wie in 2006 twee personenauto’s tot zijn ondernemingsvermogen behoorden. De adviseur had de auto’s zowel voor ondernemingsdoeleinden als voor privédoeleinden gebruikt. In zijn aangifte over het tijdvak 1 oktober 2006 tot en met 31 december 2006 had hij in verband met dat privégebruik volgens de btw-regels een bedrag van € 538 aan omzetbelasting als verschuldigd vermeld.

De Hoge Raad oordeelt dat deze strijdigheid geen gevolg heeft voor de geldigheid van de wetsbepaling over de correctie voor privégebruik als zodanig, maar het heeft wel gevolgen voor de mogelijkheid deze wetsbepaling toe te passen in die gevallen waarin een belastingplichtige met recht aanvoert dat de berekeningsmethode er toe leidt dat meer btw wordt geheven dan volgens in de Zesde richtlijn toelaatbaar is. Andersom kan in geval er minder wordt geheven dan op grond van de richtlijn is voorgeschreven, de richtlijnbepaling niet ten nadele van de burger worden ingeroepen. De Hoge Raad heeft de procedure terugverwezen naar Rechtbank Breda voor de vaststelling van de in 2006 voor privégebruik gedane uitgaven van de belastingadviseur.Dit arrest is niet van invloed op de huidige btw-correctieregels, omdat vanaf 1 juli 2011 de btw-correctie voor het privégebruik van een auto van de zaak op basis van de gemaakte uitgaven voor het werkelijke privégebruik moet worden gemaakt, waarbij het ondernemers is toegestaan om een forfaitaire correctie te maken als zij het werkelijke privégebruik niet kunnen vaststellen.

De kans dat (gedeeltelijk) tegemoet zal worden gekomen aan tijdig ingediende bezwaren tegen de correcties over de periode vóór 1 juli 2011, lijkt door dit arrest te zijn toegenomen. Op grond van dit arrest lijkt het er op dat belastingplichtigen dan zelf moeten aantonen wat, op grond van de Europese regels, het juiste bedrag aan te corrigeren btw is.

Let op: de forfaitaire methode gold alléén verplicht voor ondernemers zelf. Werknemers pasten deze toe op grond van (goedkeurend) beleid.

Bron: Hoge Raad, 30-11-2012, nr. 08/01579bis.

Indien u zou willen weten wat dit in uw situatie betekent, neem dan contact op met Administratiekantoor ZZP.