Registreer op tijd uw tante Agaathlening!

De overheid probeert geldleningen aan startende ondernemers te stimuleren. Is deze lening als een belegging in durfkapitaal – de vroegere tante Agaathlening – aan te merken dan kunt u onder voorwaarden profiteren van een fiscaal voordeel. U moet dan echter wel de lening binnen vier weken na het sluiten van de geldleningovereenkomst registreren bij de Belastingdienst.

Het opstarten van een eigen onderneming is natuurlijk altijd een risico. Banken willen dan niet altijd een lening verstrekken, maar mogelijk kunt u nog wel lenen van vrienden, familie of kennissen. De fiscale voordelen moeten het voor deze mensen aantrekkelijker maken om te lenen aan startende ondernemers. Tot 1 januari 2011 konden deze geldschieters profiteren van een vrijstelling in box 3, aftrekbaarheid van verliezen in box 1 en een extra heffingskorting. De lening moest dan wel voldoen aan de voorwaarden met betrekking tot de registratie van de lening, de vormgeving, de omvang, het renteniveau en de mate van achterstelling. In deze zaak ging het om een vrouw, die een aftrek claimde voor het verlies van een tante Agaathlening in 2009. Het gerechtshof in Arnhem accepteerde deze aftrek echter niet, omdat de lening niet binnen vier weken na het overeenkomen van de lening bij de fiscus was geregistreerd. U moet deze termijn dus goed in de gaten houden!

Wijziging faciliteiten

Per 1 januari 2011 heeft de overheid bovenstaande regeling aangepast. U kunt nog wel gebruikmaken van een vrijstelling in box 3. In 2012 bedraagt die € 56.420. Het kabinet is de heffingskorting echter langzaam aan het afbouwen tot nihil per 1 januari 2014. Deze korting bedraagt in 2012 nog 0,7% van het bedrag van de geldlening. De verliesaftrek is al komen te vervallen per 1 januari 2011. Er geldt echter wel een uitzondering voor tante Agaathleningen, die al op 31 december 2010 bestonden. In dat geval mag het verlies nog wel worden afgetrokken.

Heeft u vragen over deze regeling, neem dan contact op met Administratiekantoor ZZP.

 

 

Flexibelere vraag arbeidsmarkt biedt kansen voor zzp' ers

Uit het rapport van o.a. Atos Interim Management ‘ Innoveren of saneren: wat eerst?’ blijkt dat veel bedrijven in 2012 verwachten te moeten saneren in hun personeelsbestand. Volgens Administratiekantoor ZZP, betekent dit dat in 2012 meer werk voor zzp’ ers zal komen.

Snijden

Veertig procent van de ondervraagde organisaties geeft aan dat er in 2012 gesneden gaat worden in het personeelsbestand. Met name grotere organisaties met een omvang vanaf 1.000 medewerkers verwachten te moeten ingrijpen in hun personeelsbestand. Dit geldt voor ruim 55 procent van deze bedrijven. Hoewel deze ontwikkeling in het MKB minder verstrekkende gevolgen heeft – 15 procent van de bedrijven met minder dan 250 medewerkers verwacht volgend jaar te moeten saneren – is sprake van grote verschillen tussen branches. Bijna drie kwart van de bedrijven in de financiële dienstverlening voorspelt dat in deze sector gesaneerd gaat worden. Dit geldt voor de helft van de organisaties in de publieke sector. Dit concluderen Atos Interim Management en Nyenrode Business Universiteit in de jaarlijkse Interim Index, een periodiek onderzoek naar ontwikkelingen en veranderingen in de markt voor tijdelijk management.

Flexibeler

In eerdere slechte economische tijden vlogen de zzp’ ers er als eerste uit (zie 2008) en kon de crisis toen gedeeltelijk bezworen worden. Nu lijkt het er dus op dat de vaste krachten hun baan kwijtraken terwijl hun werk gewoon blijft liggen. Dit gat zal dan worden opgevuld door zzp’ ers. De zzp’ ers zijn flexibeler ten opzichte van vaste krachten en daarmee lijkt de trend geboren te zijn dat er steeds meer zzp’ ers worden ingehuurd. Volgens de conjunctuurenquête van het 4ekwartaal van 2011 is het aantal ingehuurde zzp’ ers gestegen van 45%  naar 53%.

 

MKB-ondernemers willen vaste prijsafspraken met accountant

Ondernemers in het MKB betalen voor de diensten van hun accountant liever een vaste prijs dan een rekening op basis van uurtarief. Maar liefst 65 procent van de MKBers geeft aan dat hij graag vaste prijsafspraken maakt met zijn financieel adviseur. Daarbij maakt het niet uit of de ondernemer een laag of hoog inkomen heeft; elke inkomenscategorie prefereert vaste prijsafspraken. Dit blijkt uit onderzoek van Alfa Accountants en Adviseurs in samenwerking met MKB kennissite BusinessCompleet.nl.

Aan het onderzoek namen 894 MKBers deel. 76 procent van de deelnemers heeft 0-5 werknemers in dienst.

Fouten

Het onderzoek laat verder zien dat MKBers niet van slordige accountants houden. Het maken van fouten wordt als belangrijkste reden genoemd voor het  overstappen naar een ander kantoor.

Beoordeling

MKBers beoordelen overigens hun eigen boekhouder of accountant met gemiddeld een 7,5. Een kwart geeft zijn financieel adviseur zelfs een 9 of een 10. De meerderheid is dus dik tevreden over zijn financieel adviseur. 74 procent van de ondernemers vindt zijn accountant bovendien een betrouwbare partner. Toch is er nog een significant deel niet tevreden: 11 procent geeft zijn adviseur een onvoldoende of overweegt zelfs om over te stappen. Ook komen verbeterpunten naar voren: 18 procent van de ondernemers geeft aan dat de kennis van belastingregels en wetgeving van hun adviseur kan worden verbeterd. Daarnaast vindt bijna een kwart van de ondernemers de helderheid van facturatie voor verbetering vatbaar.

Belangrijkste factoren bij keuze accountant

Een aantal factoren spelen bij ondernemers een belangrijke rol als er een keuze gemaakt moet worden voor een accountant. Ondernemers geven aan het zeer belangrijk te vinden dat er een klik is met de contactpersoon en deze persoon de zaken begrijpelijk uitlegt. Ook moet de jaarrekening helder zijn en het liefst heeft de ondernemer een accountant die in de buurt is gevestigd.

Top 5 redenen om over te stappen

Een goede, persoonlijke band met de adviseur is dus belangrijk voor de ondernemer. Toch kan die band makkelijk worden verbroken. De belangrijkste reden voor een ondernemer om over te stappen, is als de accountant fouten maakt. Andere omstandigheden die voor de ondernemer een reden zijn om op zoek te gaan naar een ander:

  • Stijgende prijzen
  • Onverwachte facturen
  • Het vertrek van een contactpersoon
  • Geen duidelijke facturen
Administratiekantoor ZZP hanteert een zeer heldere tariefstructuur waarbij de kosten direct inzichtelijk zijn, zodat u niet geconfronteerd wordt met onverwachte facturen. Klanten betalen voor hetgeen Administratiekantoor ZZP doet en niet voor hoe lang zij hierover doet.

 

Let op de gebruikelijkheidstoets

De ondernemer die samen met zijn partner zijn onderneming drijft in de vorm van een firma of maatschap, moet bij de onderlinge taakverdeling rekening houden met de gebruikelijkheidstoets. Die toets richt zich op het aantal uren dat de partner binnen het samenwerkingsverband werkt. Daarbij tellen de gewerkte uren niet mee als de partner hoofdzakelijk voor meer dan 70% ondersteunende werkzaamheden verricht. Voorts moet getoetst worden of derden – niet door een partnerschap verbonden personen – in eenzelfde situatie normaliter niet een firma of maatschap aangaan. De partner haalt dan de vereiste 1.225 uur per jaar niet, voldoet niet aan het urencriterium en dat kost hem of haar de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek én de vorming van de fiscale oudedagsreserve. Om de gebruikelijkheidstoets goed door te komen, moet de partner zich voor meer dan 30% van de werktijd bezighouden met hoofdtaken binnen de onderneming. Bij het onderscheid tussen ondersteunende werkzaamheden en hoofdtaken telt ervaring wel degelijk mee. Administratiekantoor ZZP raadt aan ervoor te zorgen dat u/uw partner kan aantonen dat hij/zij voor ten minste 31% van de werktijd een hoofdtaak binnen de onderneming verricht. De belastingrechter heeft recent beslist dat het zelfstandig verrichten van declarabele werkzaamheden dé bepalende factor is bij die gebruikelijkheidstoets. Niet van belang is of de ondersteunende partner die werkzaamheden op eigen naam kan declareren.

 

Vaste kostenvergoedingen: specificatie en onderbouwing op orde ?

Een werkgever die zijn medewerkers een vaste kostenvergoeding verstrekt, moet aan meerdere fiscale verplichtingen voldoen. Als eerste moet de werkgever een specificatie hebben van de door hem verstrekte kostenvergoeding en wel naar aard en veronderstelde omvang van de kosten. Uit die specificatie moet blijken op welke kosten de vergoeding betrekking heeft én tot welke bedragen. Die specificatie moet aanwezig zijn vóórdat de werkgever de kostenvergoeding aan de werknemer verstrekt of uiterlijk op het tijdstip dat de vergoeding wordt uitbetaald. Ontbreekt zo’n specificatie, dan kan die niet meer achteraf worden opgesteld. De vaste kostenvergoeding is dan nettoloon. Voor de specificatie van de vaste kostenvergoeding kunt u de cao benutten. De Hoge Raad heeft dat duidelijk beslist. Als de kostenvergoeding voortvloeit uit een cao, en in die cao is vastgelegd voor welke kosten die vergoeding bedoeld is en tot welke bedragen, dan hoeft de werkgever daarnaast niet nog eens een afzonderlijke specificatie op te stellen. Met de specificatie in de cao is derhalve aan de specificatie-eis voldaan. De tweede eis is dat de werkgever – desgevraagd, door de inspecteur – een onderbouwing moet aanreiken waaruit blijkt dat de door hem verstrekte vaste kostenvergoeding niet bovenmatig is. Voor die onderbouwing – de kostentoets – kunt u niet rekenen op de cao. U moet aantonen dat in uw situatie, binnen de bedrijfsvoering in uw onderneming, die kostenvergoeding terecht is verstrekt. Dat de werknemers in uw bedrijf uitgaven hebben gehad voor de kostensoorten waarvoor u hen een vergoeding – tot het gemiddelde bedrag – heeft verstrekt. Voor zo’n steekproef gelden volop spelregels. De kostentoets moet regelmatig worden gehouden, eens per twee jaar. Meerdere werknemers per groep werknemers met gelijksoortige werkzaamheden én eenzelfde vaste kostenvergoeding moeten hun uitgaven vastleggen en met nota’s enzovoort onderbouwen gedurende een periode van een paar maanden. Is sprake van vaste, regelmatig terugkerende kosten, dan is een steekproef van twee á drie maanden redelijk. Bij sterk wisselende kosten zal de kostentoets over een langere periode moeten plaatsvinden. Bij vragen hierover kunt u contact opnemen met Administratiekantoor ZZP.

ZZP-ers en hun VAR

Werkt u binnen uw onderneming met ZZP-ers? Administratiekantoor ZZP raadt dan aan hun VAR te controleren! Een VAR-winst uit onderneming of een VAR-directeur-grootaandeelhouder geeft u als opdrachtgever de begeerde vrijwaring dat u niet als werkgever van de ZZP-er kunt worden aangemerkt. U moet als opdrachtgever dan wel aan vier voorwaarden voldoen: u moet een kopie van de VAR bij uw administratie bewaren, de identiteit van de ZZP-er vaststellen en een kopie van diens geldig identiteitsbewijs bij uw administratie bewaren, controleren of de werkzaamheden van de ZZP-er overeenkomen met de in de VAR genoemde werkzaamheden, én controleren of de werkzaamheden plaatsvinden binnen de geldigheidsduur van de VAR.

De VAR geeft duidelijkheid over de fiscale positie van een freelancer of van een ZZP-er. Die kan met de juiste VAR in handen zijn opdrachtgever vrijwaren voor een naheffing van loonbelasting en premies. Dat maakt zo’n VAR tot een begeerd bezit, zozeer zelfs dat valselijk opgemaakte VAR’s opduiken als de Belastingdienst weigert om zo’n verklaring af te geven omdat niet aan de voorwaarden wordt voldaan. Naar verluidt zijn er veel buitenlandse ZZP-ers – met name uit Oost-Europese landen – werkzaam met vervalste VAR-verklaringen. U kunt de VAR bij de belastingdienst laten checken, bij het Landelijk Coördinatiepunt VAR telefoon 088-15 11 000. De Belastingdienst checkt de combinatie BSN (Burger Service Nummer) en VAR. Is die akkoord, dan weet u als opdrachtgever dat u gevrijwaard bent van een naheffing van loonbelasting en premies. Is de VAR niet akkoord, dan kunt u tijdig maatregelen nemen om die naheffing te voorkomen.

 

Eerder aftrekbaar met Kosten Egalisatie Reserver

De afschrijving op vastgoed is per 1 januari 2007, door ‘werken aan winst’, beperkt. Maar de aftrek van onderhoudskosten is ongewijzigd. Onderhoudskosten blijven aftrekbaar in het jaar waarin de uitgaven zijn gedaan. Die aftrek kan naar voren worden gehaald door een kostenegalisatiereserve (een KER) te vormen. Dit is mogelijk als de bedrijfsuitoefening van dit jaar kosten heeft veroorzaakt, terwijl de met die kosten samenhangende uitgaven pas in een later jaar zullen worden gedaan. Voorwaarde voor de reserve is wel dat het om een substantieel bedrag aan kosten gaat. Als u een kosten- egalisatiereserve ultimo 2011 wilt opvoeren, raadt Administratiekantoor ZZP u aan nog dit jaar voor bescheiden zorgen waarmee u die reserve kunt onderbouwen. Denk bijvoorbeeld aan een reserve voor de kosten van toekomstig onderhoud aan uw bedrijfspand. Voor de onderbouwing van zo’n reserve kan een rapport van een aannemer of architect, met daarin de te verrichten werkzaamheden en de daarmee gemoeide kosten, goede diensten bewijzen.

 

Tanken: nooit contant betalen

Administratiekantoor ZZP raadt u aan altijd te betalen met tankpas, pinpas of creditcard als u gaat tanken met uw auto van de zaak. Bij een contante betaling loopt u het risico om de btw-aftrek op de brandstofkosten te verspelen! Met de kassabon die u bij een contante betaling ontvangt, kan de fiscus niet nagaan wie de betaling heeft gedaan, en dat is voor de inspecteur voldoende reden om de btw-aftrek te weigeren. Zelfs als vaststaat dat met de brandstof uitsluitend zakelijke kilometers zijn verreden. Een kassabon zonder traceerbare afnemer voldoet niet aan de wettelijke factuurvereisten. Een en ander geldt uiteraard ook voor de tankbeurten van uw medewerkers met een auto van de zaak.

 

Nieuwe auto van de zaak, nieuwe verklaring geen privégebruik

Tip van Administratiekantoor ZZP voor alle ondernemers: Nieuwe auto van de zaak, nieuwe verklaring geen privégebruik.

Krijgt één van uw werknemers een nieuwe auto van de zaak? Als de werknemer voor zijn auto van de zaak een verklaring geen privégebruik aan u heeft overhandigd, moet u er voor zorgen dat u zo’n verklaring ook weer voor de nieuwe auto krijgt. Als werkgever kunt u namelijk geen rechten ontlenen aan de verklaring voor de oude auto van de zaak. Zorg ervoor dat uw werknemer tijdig een nieuwe verklaring voor zijn nieuwe auto van de zaak aanvraagt en aan u overhandigt.

 

Administratiekantoren kunnen het accountantskantoren lastig maken

Administratiekantoren kunnen het de kleinere accountantskantoren de komende tijd lastig gaan maken. Dit stelt de Rabobank in ‘Cijfers en Trends’ voor de branche van accountants, administratiekantoren en belastingconsulenten. Rabobank verwacht dat de omzet van accountantskantoren in 2012 een licht herstel van circa 1 procent zal vertonen.

Verder spreekt de Rabobank de verwachting uit dat er volgend jaar nog steeds sprake zal zijn van een toenemende consolidatie onder accountants. Vooral middelgrote kantoren hebben een grotere schaal nodig.

“Klanten zijn door de recessie prijsbewuster geworden en dit leidt tot aanzienlijke prijsdruk. Accountants moeten daardoor meer leveren tegen gelijkblijvende of zelfs dalende prijzen. Om marges op peil te kunnen houden, zullen zij hun dienstverlening moeten aanpassen. De afgelopen 7 kwartalen blijven de omzetten in de branche dalen. Voor 2012 verwachten we een klein herstel van rond de 1 procent, ” aldus Rabobank.

Eisen klanten

Volgens de bank stellen klanten steeds hogere eisen aan hun accountant. ‘Zij willen dat de accountant verder kijkt dan alleen de jaarrekening en de controlewerkzaamheden, maar zij zijn niet bereid hiervoor meer te betalen’, stelt Rabobank. Volgens de bank verwachten klanten dat de accountant zich opstelt als strategisch partner, een adviseur die ze persoonlijk informeert over belangrijke ontwikkelingen voor hun bedrijf. ‘Want daardoor voelt de klant zich gesterkt bij het nemen van langetermijnbeslissingen. De klant verwacht dat de accountant naast hem gaat staan om hem te ontzorgen.’

Administratiekantoren

Rabobank stelt dat in de goede voorbeelden zijn te vinden van geslaagde initiatieven. ‘Zeker ook bij professionele administratiekantoren is hier een grote stap te constateren. Met name deze laatste groep kan het de kleinere accountantskantoren lastig gaan maken. De fiscalist blijft in dit geweld niet buiten schot. Fiscaliteit is een snel groeiende discipline binnen accountantskantoren,’ zo stelt de bank.

Om aan de hogere verwachtingen van klanten te kunnen voldoen, moeten accountants volgens Rabobank meer investeren in opleiding en kwaliteit. ‘Accountants kunnen daarbij profiteren van de toenemende automatisering van de administratieve en controlewerkzaamheden, onder andere door SBR. De efficiëntiewinst die ze daarmee bereiken, kunnen zij gebruiken voor het invullen van de nieuwe wensen van klanten.”